.Ziektes:
Aujeszky:
De ziekte van Aujeszky bij varkens wordt veroorzaakt door het ADV (Aujeszky Disease Virus). Dit virus
kan zeer snel worden overgedragen van varken tot varken. Het virus zal zich in het varken vermeerderen en dit zal leiden tot
bepaalde ziektesymptomen. Het kan bij jonge biggen sterfte veroorzaken en is zeer gemakkelijk overdraagbaar tussen varkens
(door neus-neus contact) en tast de longen en zenuwen aan. Eén van de oppervlakte eiwitten van het ADV is het gpI eiwit.
De ziekte wordt bestreden met een verplicht vaccinatieprogramma.
De ELISA test (Enzym Linked Immuno Sorbent Assay) is een vaak gebruikte test om na te gaan of een persoon
(mens of dier) is geïnfecteerd met een bepaalde ziekteverwekker (een bacterie, virus, parasiet). Deze test is een immunodiagnostische
test. Heel vaak maakt men gebruik van het feit dat een geïnfecteerde persoon zich tegen de ziekteverwekker zal verdedigen
door b.v. de aanmaak van "antistoffen" (ook antilichamen genoemd). Deze antilichamen (dit zijn eigenlijk niets anders dan
eiwitten) herkennen specifiek de ziekteverwekker en binden hieraan waarna deze zal worden opgeruimd. Met de ADV-test (Aujeszky
Disease Virus) kan worden nagegaan of een varken antilichamen aanmaakt tegen het gpI eiwit van het ADV.
In een eerste stap wordt bloed/serum van een varken toegevoegd aan het ADV. Indien antilichamen aanwezig
in dit bloed/serum zullen deze binden met de ADV oppervlakte eiwitten. Vervolgens wordt het serum/bloed verwijderd. Dan wordt
een antilichaam tegen het gpI toegevoegd. Aan dit antilichaam hangt een peroxidase enzyme (men spreekt van conjugaat). Indien
het gpI van het ADV nog vrij is dan kan het vrije gpI gaan binden met deze conjugaat antilichamen. Het conjugaat antilichaam
dat niet wordt gebonden kan worden weggewassen en vervolgens kan men een substraat voor het peroxidase toevoegen, dat kan
worden omgezet in een blauw gekleurd product. De blauwe kleur wijst op de aanwezigheid van conjugaat antilichaam en de afwezigheid
van antilichamen tegen het gpI.
Wij kregen een aantal bloedstalen/serumstalen van al dan niet geïnfecteerde varkens ter beschikking
en met behulp van een testkit kon worden nagegaan welk dier in contact is gekomen met het virus.
Voor de controle gebruikte we de kuiltjes G1 (positieve controle) en G2 (negatieve controle). In G2
zal er geen kleurverandering doorgaan, omdat er zich zonder antilichamen geen (kleur)reactie kan voordoen. Dus alle andere
kuiltjes die blauw blijven bevatten eveneens nog geen antistoffen in het lichaam. In het G1 kuiltje zal er een kleuring optreden.
De verklaring voor dit verschijnsel is dat deze wel de antistoffen bevat. Wanneer dit verschijnsel in één van de andere kuiltjes
optreedt, betekent dat deze dus ook de antistoffen in het lichaam al bevatten. We hadden 36 stalen die we onderzocht hebben
en hebben maar 4 stalen met onvoldoende antilichamen tegen het virus gevonden: 4/36 is dus vrij weinig. Onze vaststelling
is dus dat Aujeszky niet vaak meer voorkomt maar als het opduikt is het voor vele varkens fataal.
Spoelwormen:
Latijnse naam = Ascaris suum = de belangrijkste wormsoort bij varkens.
Economische betekenis : |
leverletsels |
|
longbeschadiging |
|
slechtere groei en voederconversie |
Besmettingswijze :
Vrouwelijke spoelwormen : |
|
in de darm van het varken |
|
produceren eieren : 200.000 à 1,4 miljoen/dag |
Ascaris-eieren : |
|
uitgescheiden met de mest; nog niet besmettelijk bij uitscheiding |
|
zeer kleverig Þ moeilijk te verwijderen |
|
lange levensduur : tot 5 jaar en langer |
|
weinig bestand tegen uitdroging en warmte |
|
ongevoelig aan ontsmettingsmiddelen |
|
in eieren ontwikkeling van larven : na 2 tot 4 weken (cfr. temperatuur) |
|
|
=> "besmettelijke" eieren |
Ascaris-larven : |
|
vrijgesteld in darmen na opname van besmettelijke eieren |
|
na enkele uren door darmwand -> lever |
|
na viertal dagen >longen |
|
na 10 à 20 dagen via luchtwegen -> keelholte -> darmen |
|
na 21 à 29 dagen volwassen wormen |
|
na 35 dagen (bij biggen)/na 50 à 75 dagen (bij volwassen varkens) : |
|
|
eiproductie en uitscheiding van eieren via de mest |
Veroorzaakte letsels :
= migrerende larven : |
|
- lever : |
lokale ontstekingsreacties |
|
|
=> witte wormvlekken = "white spots" : |
|
|
|
kunnen tot 40 dagen lang zichtbaar blijven |
|
|
bij erge aantasting : afkeuring van lever |
|
- longen : |
puntbloedingen |
|
|
=> bij zware besmettingen : hoest |
|
|
verhoogde gevoeligheid voor andere ziekteverwekkers |
|
|
|
|
vb. Mycoplasma |
= volwassen wormen : |
|
enkel bij grote aantallen in darm : zeldzaam |
|
|
(darmobstructie, verhinderde galafvoer, …) |
Ziekteverschijnselen : Zelden zichtbare symptomen; eventueel
hoesten
Belangrijkste : |
groeidaling (tot 11 %) en voederconversiestijging (tot 5 %) |
|
ongunstiger vlees/vet-verhouding |
|
verhoogde gevoeligheid voor longaandoeningen |
Diagnose :
soms spontane uitscheiding van wormen |
bij levende dieren : |
|
mestonderzoek op eieren bij verschillende leeftijdsgroepen |
|
|
positief |
> volwassen wormen |
|
|
negatief |
> geen besmetting |
|
|
|
recente besmetting : nog geen volwassen wormen |
|
|
|
recent ontwormd |
bij gestorven varkens : |
lijkschouwing slachthuis |
|
leverletsels |
> infectie tijdens laatste 40 dagen |
Controle :
steunpilaren = hygiëne & ontwormingsmiddelen |
hygiënische maatregelen : |
|
./ goede reiniging : |
|
|
met hoge drukspuit : all in-all out wenselijk |
|
|
eieren zeer kleverig ! |
|
|
bijzondere aandacht voor spleten |
|
./ ontsmetting : |
|
|
(gebruikelijke) ontsmettingsmiddelen niet werkzaam |
|
|
spoelwormeieren gevoelig aan warmte : stoom - HD-spuit; (vlam) |
|
./ wassen van zeugen « eieren op de huid |
toediening ontwormingsmiddelen : |
|
> zeugen : |
enkele dagen voor overbrenging naar kraamstal |
|
|
|
|
+ (minimum) 2x in groep per jaar |
|
|
of vier tot zes x in groep per jaar |
|
> biggen & vleesvarkens :cfr. bedrijfsomstandigheden |
|
|
|
minimum 1x bij opzet in vleesvarkensstal |
|
|
bij ergere besmettingen : |
|
|
|
bij opzet + halfweg mestperiode |
|
|
|
bij opzet + na 5 en na 10 weken |
regelmatige controle via mestonderzoeken en/of slachthuisonderzoeken |
Varkensdysenterie: |
+ eventuele aanpassing behandelingsstrategie.
= een besmettelijke aandoening van de dikke darmen, gekenmerkt door slijmerige tot bloederige
diarree
Economische betekenis : |
aanzienlijke sterfte |
|
slechte groei |
|
slechte voederconversie |
|
dure medicamenteuze behandelingen |
Komt in stijgende mate voor. Minder (en duurdere) geneesmiddelen ter
beschikking dan voorheen.
Oorzaak :
In 1948 verkeerdelijk "Vibrio coli" als oorzakelijke
kiem vooropgesteld. Vandaar nog steeds de naam "VIBRIO". Echte ziekteverwekker pas ontdekt in 1971 : Serpulina
hyodysenteriae (aanvankelijk Treponema hyodysenteriae genoemd)
Overdracht van de ziekteverwekker :
-> via mest van : |
aangetaste varkens |
|
|
dragers : tot 3 maanden en langer na de ziekte |
|
-aankoop van dieren (biggen, fokzeugen, fokberen) |
|
- besmette voertuigen, schoeisel, … |
|
!! kiem blijft lang leven in mest : tot 2 maanden !! |
-> door andere diersoorten : |
|
- aangetoond bij honden, ratten, muizen, spreeuwen |
- muizen : |
scheiden de kiem uit tot 180 dagen en meer na de besmetting |
|
dragen de besmetting onderling over |
|
=>deze diersoorten kunnen : |
|
|
./ ziekte binnenbrengen op een bedrijf |
|
|
./ besmetting onderhouden op een aangetast bedrijf |
-> door "sub-klinisch" besmette varkens : |
|
- = varkens die besmet zijn doch geen ziekteverschijnselen vertonen |
|
- ziekte kan bij deze varkens plots "doorbreken" : |
|
<= |
./ stress : verhokken, vermengen, … |
|
|
./ voederwijzigingen |
|
|
./ andere ziekten (vb.Salmonella-infecties) |
-> belangrijke overdrachtswijze binnen besmet bedrijf |
|
= zeug ->(zuigende) biggen |
|
zeug beschermt haar biggen via melkantistoffen |
|
<= |
ziekte manifesteert zich pas na wegvallen van deze antistoffen |
Ziekteverschijnselen :
- Vanaf tiental dagen na besmetting : |
|
kolieken, licht verminderde eetlust, kortstondige koorts (zelden opgemerkt) |
- Gevolgd door diarree : |
|
|
./ mest slapper en geel tot grijs |
|
|
./ na enkele uren tot dagen veel slijm in de mest |
|
|
./ vaak bloedvlokken |
- Ingevallen flanken, gebogen rug |
|
<=vlugge lediging der dikke darmen |
- Daling voederopname + slechte algemene conditie |
- Besmeurde achterhand (al of niet bloederige mest) |
- Sterfte : (zonder behandeling) tot 30 % |
- Herstel vanaf 1 à 2 weken na optreden diarree : |
|
./ nog zeer lang uitscheiding (tot 3 maanden en meer) + lange overleving van kiemen
in de stal |
|
./ vaak hervallen |
- Varkens van elke leeftijd kunnen aangetast zijn : |
|
./ hoofdzakelijk (jonge) vleesvarkens |
|
./ geregeld fokvarkens |
|
./ soms gespeende biggen (met minder typisch ziektebeeld) |
|
./ slechts heel uitzonderlijk zuigende biggen |
Diagnose
- Bij typische gevallen door klinische symptomen en lijkschouwingsbevindingen |
- Bij minder typische gevallen : laboratoriumonderzoek |
|
./ vers gestorven (of levende) varkens |
|
./ meststalen (luchtdicht verpakt) |
- Aantonen ziekteverwekker : |
|
./ kleuringen of immunofluorescentie : "slangvormige" kiemen |
|
./ cultuur (= kweken van kiemen): enige betrouwbare methode |
- Onderscheid met vergelijkbare ziektebeelden : |
| ./ bij gespeende biggen : E. coli-diarree |
|
./ bij vleesvarkens : |
Salmonellose (= Paratyphus) |
|
|
Porciene Intestinale Spirochetose ("PIS") |
|
|
Porciene Intestinale Adenomatose("PIA") |
Behandeling :
- Slechts een paar (dure) geneesmiddelen nog ter beschikking : |
|
tiamuline en lincomycine (of linco-spectin) |
|
|
!! Bij gebruik van tiamuline nagaan of er geen salinomycine in voeder is (Indien salinomycine
> lagere dosis tiamuline wegens gevaar van vergiftiging) !! |
- Dosis respecteren en voldoende lang (minimum een week) toedienen |
- Zieke dieren via drinkwater behandelen, erg zieke varkens inspuiten |
<-> recidieven (=hervallen) |
|
./ hygiënische maatregelen (reinigen en ontsmetten tijdens en na medicatie) |
|
./ goede ongediertebestrijding |
|
./ behandeling herhalen en verder zetten aan lagere dosis |
- Bepaalde voederadditieven hebben zekere preventieve werking bij dosis toegelaten
voor biggen en |
|
jonge vleesvarkens : carbadox, salinomycine |
- Voedersamenstelling kan invloed hebben op ontstaan en ergheid van de ziekte. Voeders
met |
|
weinig vertering in de dikke darmen bieden zekere bescherming.
|
Controle op besmet bedrijf :
!! Grootste probleem zijn doorbraken na stopzetten behandeling
!! Daarom : STRATEGIE opzetten
- Vleesvarkensbedrijf :
|
|
./ grondige reiniging en ontsmetting tijdens leegstand |
|
./ goed opdrogen (voldoende lang ledig; hete luchtkanon) |
|
./ afdoende ongediertebestrijding |
|
./ bij all in - all out per stal : overdracht tussen stallen voorkomen : voetontsmettingsbaden,
apart gereedschap, … |
- Vermeerderingsbedrijf : |
|
./ startbehandeling van alle varkens (fokvarkens en biggen) via voeder |
|
./ reiniging en ontsmetting van fokvarkensstallen |
|
./ zogende zeugen en gespeende biggen enkele weken behandelen (lagere dosis) |
|
./ biggen geboren uit zeugen die volledige behandeling ondergingen : bij spenen naar
ledige vooraf gereinigde en ontsmette afdelingen |
|
./ tijdelijke verkoop van biggen op speenleeftijd kan een hulpmiddel zijn |
- Gemengde bedrijven (moeilijkst) : |
|
./ cfr. vermeerderingsbedrijf |
|
./ herbesmetting door andere vleesvarkens voorkomen : |
|
|
goede hygiëne |
|
|
preventieve behandelingen |
|
./ ziektevrije biggen uit batterij-afdelingen naar gereinigde en ontsmette vleesvarkensafdelingen |
|
./ tijdelijke verkoop van biggen kan een hulpmiddel zijn
|
Preventie :
- Dieren aankopen van vrije bedrijven. |
|
./ dit geldt vooral voor fokvarkens. |
|
./ gelten steeds van dezelfde betrouwbare bron kopen |
- Aangekochte dieren in quarantaine plaatsen (6 weken) |
- Overdracht via voertuigen, schoeisel, … voorkomen door corrrect gebruik van
|
|
|
wettelijke sanitaire voorzieningen |
- Honden, katten en vogels uit de stallen weren |
- Goede ongediertebestrijding |
- Goede hygiëne in en rond de stallen |
- Zoveel mogelijk werken volgens all in - all out principe |
| Snuffelziekte:Officiële
benaming = Atrofische rhinitis = aandoening die neus- en kopbeenderen aantast. Economische betekenis :
- slechtere groei
- gestegen voederconversie
- niet bereiken slachtgewicht
Veel bedrijven besmet; op sommige
een groot probleem.
Oorzaak :Snuffelziekte = multifactoriële aandoening
- besmetting : twee kiemen |
|
-> Bordetella bronchiseptica : tast slijmvlies aan |
|
|
=> RHINITIS (= neusontsteking) |
|
-> indien nadien toxinevormende Pasteurella multocida (= DNT+ P. multocida) |
|
|
=> aantasting van neustussenschot en neusschelpen : ATROFIE |
- leeftijd : |
hoe jonger besmet, hoe ernstiger ziektebeeld |
|
vooral erg indien jonger dan 3 weken. |
- andere factoren :erfelijkheid, omgevingsfactoren, management.
|
Ziektebeeld :
Besmetting op veel bedrijven "subklinisch" aanwezig, d.w.z. zonder ziekteverschijnselen |
Onder bepaalde omstandigheden : "doorbraken" bij: |
|
./ uitbreiding varkensstapel |
|
./ verbouwingen |
|
./ overbezetting |
|
./ slecht stalklimaat |
|
./ Abortus blauw-besmetting |
|
./ … |
Vrij bedrijf kan besmet worden door aankoop van besmet fokmateriaal. |
Ziekteverschijnselen : |
|
./ bij biggen vanaf 1 week oud : |
|
|
niezen, snuiven, ontsteking oogbindvlies |
|
|
verstopte traankanalen => traanstrepen |
|
./ bij massale besmetting vóór leeftijd van 3 weken : |
|
|
neusmisvormingen : rimpeling huid op neus |
|
|
|
evoluerend -> |
verkorte bovenkaken |
|
|
|
|
scheve neuzen |
|
|
|
|
neusbloedingen |
|
./ groeivertraging, vooral vanaf 60 kg |
|
./ gestegen gevoeligheid voor longaandoeningen |
Diagnose :
- bij erge aantasting : |
|
./ uitwendig zichtbaar |
| ./ vroegtijdige onderkenning (bij gespeende biggen) : |
| |
controle tandenstand : "onderbijters" |
- bij geringe aantasting : |
|
./ uitwendig onzichtbaar |
|
./ enkel zekerheid op neus-doorsnede (gestorven dier) |
- kiemisolatie uit neusswabs : B. bronchiseptica, toxinevormende P. multocida |
Behandeling :- ontsteking neusslijmvlies en eventueel longen : antibiotica -
neusmisvormingen : geen behandeling mogelijk
Preventie :
- vrij bedrijf : insleep via besmet fokmateriaal voorkomen |
- besmet bedrijf : |
|
./ voorkomen of minimaliseren besmetting van jonge biggen (kraamstal)door |
|
|
kompartimentering |
|
|
strikt all in – all out |
|
|
gering leeftijdsverschil (minder dan 1 week) |
|
|
goede ventilatie |
|
./ vaccinatie zeugen => bescherming van biggen via biestmelk |
|
|
basisenting : dubbel |
|
|
hervaccinaties : 3 tot 6 weken voor werpen |
|
./ bij erge situaties : tijdelijk : |
|
|
zeugen rond werpen antibiotica |
|
|
biggen via voeder (of drinkwater) antibiotica |
|
|
biggen 1 of meerder keren inspuiten met antibiotica (voor beperkte duur : tot andere maatregelen
effect hebben). |
|