Muis
Huisvesting
 Je kunt een muis op 2 manieren laten wonen.
- In een glazen of hard plastic bak (verkrijgbaar bij dierenzaken en sommige tuincentra)
- In een tralie kooi
Persoonlijk ben ik voor de plastic bak, omdat vooral kleine muizen nog al eens door de tralies kunnen
en zo kunnen ontsnappen
Voor het volgende aantal raad ik de volgende maten aan.
1 muis minimaal 27 cm lang, 17 cm breed en 17 cm hoog. 2 muizen minimaal 33 cm lang, 20 cm breed
en 20 cm hoog. 3 muizen minimaal 40 cm lang, 21 cm breed en 25 cm hoog. 4 muizen t / m 12 muizen minimaal 41 cm lang,
27 cm breed en 30 cm hoog. 12 of meer muizen minimaal 64 cm lang, 41 cm breed en 30 cm hoog.
De deksel moet of uit gaas bestaan met vierkantjes van maximaal 5 mm bij 5 mm of een stukje met tralies
van maximaal 5 mm breed. Grotere gaten is niet verstandig omdat muizen daar makkelijker doorheen komen. Je kunt natuurlijk
ook je eigen creativiteit kwijt en zelf een bak maken voor je muizen. Dit kan je maken van bv acrylglas of gelaagd spaanplaat
met een dikte van 12 tot 15 mm.
Op de bodem leg je een laag zaagsel van 2 tot 4 cm, zo kunnen de muizen lekker graven. Zaagsel absorbeert
goed, is hygiënisch en niet te duur. In de hoeken kan je wat kattenbak vulling, houtsnippers of wat smelfrei strooien. Smelfrei
is zand wat op een speciale manier verwerkt is en de geurtjes opneemt.
Je muis heeft natuurlijk ook een slaapkamer nodig. Je kunt huisjes kopen bij een dierenwinkel of bij
sommige tuincentra. Je kunt ook een ongeglazuurde stenen bloempot nemen, je kunt daar dan heel voorzichtig een paar gaatjes
met een hamer er in slaan.
Je muis heeft ook speeltjes nodig. Een lege closetrol / keukenrol kan dienen als tunnel en als schuilplaats.
Een molentje, een verhoging van een plankje kan, hoeft niet perse, een takje(zorg er wel voor dat die uit het bos komt, want
muizen zijn zeer gevoelig voor verontreiniging).
Voeding:drinken:water liefst uit een
drinkfles met nippel
als je een gewoon bakje met drinken in de kooi zet is er veel kans dat ze het om gooien en is hun strooisel laag
helemaal nat en hebben ze geen drinken meer .
eten: muizen zijn zaad- en graaneters. Voor muizen is speciaal
voer te koop: dit bestaat uit geperste korrels die alle noodzakelijke voedingsmiddelen bevatten. Geef echter zo min mogelijk
voer waar veel graskorrels in zitten. Ook gemengd muizenvoer is geschikt, dit bevat meestal haver, gerst, rogge boekweit,
mais, graan enz... Pas wel op voor zonnebloempitten dit bevat veel vet
en geef vooral geen konijnenvoer qua voedingsmiddelen is dit niet geschikt voor muizen. Fruit en groenvoer zijn heel belangrijk
voor muizen.
Gezondheid en ziektes:
De dieren mogen niet passief alleen maar op de grond zitten.Als je een muis koopt, koop hem
dan in een winkel, waar de bakken ruim en schoon zijn.De vacht moet dicht zijn en een beetje glanzen, er mogen geen kale plekken
zijn. Wondjes en eventuele littekens bij de oren of staart zijn onschuldig (deze ontstaan meestal bij het stoeien en vechten.)
De ogen moeten helder en glanzend zijn. De anus en er vlak rondom moet schoon zijn. Sterk vermagerde dieren zijn dieren die
oud of ziek zijn.
- diarree en verstopping: meestal veroorzaakt door onjuiste voeding( te veel groenvoer). Snel
handelen is van groot belang want zo'n klein diertjes kan zeer vlug uitdrogen.
- bulten en abcessen:komt vooral voor bij muizen door inteelt.
- ademhalingsproblemen:wees alert op niezende, snuivende, snurkende... muizen de aandoening word
meestal veroorzaakt door een virus dat gepaard gaat met een bacteriele infectie. Raadpleeg een dierenarts.
- verwondingen:komt meestal voor door gevechten (indien ze met meerdere samen leven) dit geneest
normaal vanzelf . Soms kan er 1 ontsteken en dan is het wel handig om er een dierenarts bij te halen.
- parasieten:ook muizen kunnen geplaagd worden door vlooien, luizen en mijten. Er ontstaat dan
vaak jeuk, korsten en kale plekken. Wormen komen niet vaak voor bij muizen maar indien toch kan je een wormenkeur halen bij
de dierenarts.
- doorgroeiende nagels en tanden:hun nagels en tanden groeien hun hele leven lang daarom is het
nodig dat er knaagobjecten aanwezig zijn. Indien dit al te laat is kan je de nagels of tanden gewoon afsnijden.
- gedragsstoornissen:dit kan voorkomen als het dier alleen of verkeerd is gehuisvest. Gedragsstoornissen
kunnen een gevolg zijn van stress, door bijvoorbeeld: de kooi op een onrustigeplaats staat, te klein is ....
Geslachtsbepaling:
man:bij mannetjes
vrouw;bij vrouwtjes is de
is de afstand tussen afstand
duidelijk kleiner dan
anus en
bij het mannetje.
geslachtsdeel groot
+- 1 cm
Degoe
Huisvesting
De degoe komt uit Zuid-Amerika.
Ze maken ondergrondse netwerken met gangen, nest-en voorraadkamers. Degoes zijn zeer sociale dieren die de familieband in
stand willen houden. In de vrije natuur leven ze in groepen van 10-12, soms zelfs met meerdere mannetjes samen. Hou een degoe
dus nooit alleen in een kooi. Gun hem het gezelschap van soortgenoten en laat merken dat hij deel uitmaakt van het gezin.
In hun verblijf moeten degoes kunnen
rennen en klimmen. Hou er ook rekening mee dat ze graag knagen, dus zorg voor stevig materiaal. De beste manier om degoes
te houden is in een grote glazen bak die met gaas afgedekt is. Als bodembedekking zorg je voor een dikke laag zaagsel. Zorg
er wel voor dat dit stofvrij is. Degoes zijn gevoelig voor longontsteking. Gebruik ook geen houtkrullen van dennenhout. Aangezien
degoes graag klimmen, mag de kooi niet te laag zijn, een hoogte van 40-50 cm is het minimum. Voorzie ook voldoende klimgelegenheden.
Zoals bij alle andere knaagdieren, groeien de tanden van de degoe voortdurend door. Ze moeten dus kunnen knagen. Wilgenhout
en takken van fruitbomen zijn heel geschikt. Zet ook een bakje met chinchillazand zodat ze daarin kunnen baden. Ook moet er
altijd een nestkastje aanwezig zijn waar de dieren kunnen schuilen en slapen. Het degoeverblijf mag niet in de tocht staan. Ook niet op vochtige plaatsen of naast de TV of stereo. Degoes zijn heel nieuwsgierig
dus kan je de kooi op een plaats zetten waar veel mensen passeren. Controleer dagelijks of de bodembedekking, schuilhokken
e.d. vochtig zijn, anders moet je dit verwijderen. Controleer ook op niet opgegeten groenvoer en opgeslagen voorraden, dit
moet je ook verwijderen anders gaat dit schimmelen. Maak eenmaal per week het hele verblijf schoon om geurtjes te vermijden.
Voeding
Van nature eet een degoe droge grassen, boomschors, wortels en zaden. Met andere woorden, een heel vezelrijk
voedsel. Hooi is de basis van het voedsel van de degoe, zorg dus dat dit altijd aanwezig is. Aanvullend geef je een mix van
cavia- en chinchillavoer, ideaal is natuurlijk een speciaal degoevoer. Degoe’s zijn heel gevoelig voor suiker, controleer
dus altijd of er geen suiker aanwezig is in het voeder. Hiervan kunnen ze suikerziekte (diabetes) krijgen. Als extraatjes
kan je havermout, cornflakes, deegwaren of gedroogde erwten geven.
Fruit bevat veel suiker, dus geef niet te veel fruit aan je degoe. Af en toe een stukje appel of peer. Als groente
kan je wortel, bloemkool, andijvie, kropsla of savooi geven. Je kunt ook paardebloem, vogelmuur en andere wilde kruiden geven
aan je degoe.
Als extraatjes kan je noten of zonnebloempitten geven. Maar niet te veel, want dit bevat veel vet en je degoe
wordt te dik.
Even in het kort
-
Zorg altijd voor voldoende hooi in de ruif.
-
Als voer een mix van cavia- en chinchillavoer; ideaal
is speciaal degoevoer.
-
Af en toe wat aanvullen met havermout.
-
Als groenvoer: meer fruit geven dan groente.
-
NOOIT rechtstreeks uit de koelkast aan je degoe geven,
laat het eerst even op kamertemperatuur komen.
-
Groenvoer grondig wassen en goed afdrogen.
-
Altijd zorgen voor voldoende water, gebruik je geen
drinkfles, geef dan wat extra groenvoer, hier zit ook veel water in.
-
Niet te veel extraatjes geven.
-
De voederbak moet in stevig materiaal zijn en mag niet
omvallen. Plastic is niet goed, dit is te licht en de degoe zal er in knagen. Splinters inslikken kan levensgevaarlijk zijn
voor je degoe.
- Oud voer onmiddellijk verwijderen.
- De voederbak grondig wassen (NIET met afwasproducten!)
- Zorg dat er dagelijks vers water aanwezig is.
- De drinkfles grondig wassen met een borstel, zodat er zich geen algen kunnen vormen.
Gedrag
Degoes zijn heel sociale en nieuwsgierige dieren. In het wild leven ze in grote
groepen en dus is het beter dat je ze als huisdier ook in een klein groepje houdt. Een degoe die alleen leeft (solitair) vertoont
al vlug gedragsstoornissen. Om dit te voorkomen moet je ze al je aandacht kunnen geven. Dus is het beter om minimum 2 degoes
te houden. Volwassen mannetjes kan je niet samen houden, tenzij ze samen opgegroeid zijn, dan verdragen ze elkaar. Ook kan
je verschillende mannetjes samen houden als er veel ruimte is en voldoende vrouwtjes zijn per mannetje. Degoes zijn ook heel
actieve diertjes. Ze klimmen heel graag en kunnen behoorlijke afstanden springen. Het zijn dagactieve dieren en rond de middag
rusten ze. Dit duurt zo ongeveer een 20-tal minuten. Alles wat ze vinden, zal een degoe naar zijn nest slepen bv. een stukje
toiletpapier, een toiletrolletje, takjes … Sommige dingen hiervan gebruiken ze om het eigenlijk nest te maken, de rest
verzamelen ze op een hoop. In de natuur maken ze ook zo’n hoop en de degoe met de grootste hoop, heeft te hoogste status.
Degoes zijn echte knagers. Dit knagen is heel belangrijk, hun tanden groeien namelijk door en ze moeten deze overal aan slijpen
zodat ze niet in hun onderkaak vastgroeien. Ze zijn heel vriendelijk en zullen dus zelden bijten, misschien een zacht kneepje
als kennismaking. Ze wennen snel aan hun verzorger en al vlug zal er een band komen tussen degoe en verzorger.
Omgang
Degoes zijn gemakkelijk tam te maken, ze zijn namelijk heel nieuwsgierig. Als je ze geregeld met de hand voert,
zullen ze vlug aan je wennen. Je moet er wel mee rekening houden dat degoes absoluut geen knuffeldiertjes zijn, ze zullen
nooit zo tam worden als een cavia. Je zal ze wel kunnen oppakken en aaien, maar ze worden nooit echt aanhankelijk, daarvoor
zijn ze te beweeglijk. Een degoe mag je NOOIT aan de staart opnemen!! Het gevaar zit erin dat de staart loslaat en deze groeit
niet meer terug!
Voortplanting:
Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is te zien aan de afstand tussen de anus en de geslachtsopening. Bij
een mannetje is dit groot en het scrotum is zichtbaar. Bij een vrouwtje is dit kleiner. Het vrouwtje is rond de 3 maanden
al geslachtsrijp, maar nog niet volledig ontwikkeld. Ze is pas op een leeftijd van 5 maanden fokrijp. Één keer in de 2 tot
3 weken laat ze een dekking toe. De dracht bij een degoe duurt 90 dagen en ze kunnen 3 tot 10 jongen krijgen met een gemiddelde
van 5 jongen. Het mannetje en vrouwtje mogen na de dekking en zelfs als de jongen geboren zijn samen blijven, dit levert geen
problemen op. Bij de geboorte zijn de jongen volledig af, het zijn nestvlieders. Na een paar weken eten ze al vast voedsel,
maar drinken nog steeds moedermelk. Na 5 tot 6 weken drinken ze geen melk meer, maar zijn nog niet zelfstandig. De jongen
blijven tot de 8ste week bij de moeder.
Een degoe kan 5 tot 8 jaar oud worden.
Verzorging
Een degoe heeft weinig verzorging
nodig. Als er een zandbadje en voldoende mogelijkheden om te knagen voorzien zijn is dit voldoende.
|