Over kattenvoer zijn al wat discussies gevoerd, vooral over de vraag of je nu blik of droog voer moet geven.
Zorg er hoe dan ook voor dat uw kat alles binnenkrijgt wat hij nodig heeft en dat kunt u eigenlijk alleen maar doen door niet
alleen puur vlees of vis, maar vooral ook blikvoer of droogvoer te geven. Kies bij voorkeur een goed merk voeding waarin geen
chemische houdbaarheidsmiddelen zijn verwerkt, want sommige katten kunnen hierop allergisch reageren. Er zijn in de loop van
de tijd veel soorten commercieel voer ontwikkeld waarvan een goede kwaliteit gewaarborgd wordt, als u hiervoor kiest, weet
u zeker dat uw kat alle nodige voedingsstoffen binnenkrijgt.
Voordelen van blikvoer:
-
blikvoer bevat een hoop vocht en dus krijgt je kat
in elk geval genoeg vocht binnen
-
de katten vinden het lekker
Nadelen van blikvoer:
-
sterker ruikende ontlasting
-
meer ontlasting
-
vliegen leggen eitjes op de restjes voer
-
niet zo lang houdbaar
Voordelen van droogvoer:
-
hygiënisch: geen vliegen (eitjes) op de restjes voer
-
makkelijk te doseren
-
lang houdbaar
-
kunt ze op warme dagen in het voerbakje laten staan
à VOORZIE ALTIJD VERS WATER!!!
U kunt er dan ook voor kiezen uw kat bijvoorbeeld ’s morgens brokjes te geven en ’s avonds blikvoer
of gekookt vlees zoals kip, kalkoen, konijn of rund, of gekookte en van graten ontdane vis, zoals kabeljauw en tonijn. Ook
lamshart is heel verantwoorde kattenvoeding. Ander orgaanvlees, zoals pens of long, is voor katten niet geschikt. Katten hebben
namelijk behoefte aan veel hoogwaardige dierlijke eiwitten, die vooral in spiervlees voorkomen. Maar pas op met gecastreerde
poezen en katers, die gemakkelijk een hangbuikje kunnen ontwikkelen als ze meer eten dan goed voor ze is en daarbij ook nog
weinig bewegen.
Een kitten heeft uiteraard veel meer behoefte aan bouwstoffen (eiwitten) dan een oudere kat. Je doet er dan
ook goed aan om je kitten “kittenvoer” te geven (tot ongeveer 5-6 maand) hierna stap je over op “volwassenvoer”,
dit geef je je kat tot ongeveer 10-11 jaar, waarna je overstapt op “seniorenvoer”, hier zitten veel minder calorieën
in wat het figuur van de kat zeker ten goede komt.
Verkeerde voeding:
Veel katten zijn dol op melk, maar melk voor menselijke consumptie is niet geschikt voor katten, omdat ze er
diarree van kunnen krijgen. Dat komt omdat veel katten geen lactose kunnen afbreken en dit zit in alle melkproducten die niet
gesteriliseerd zijn. Eieren kunt u beter ook niet geven aan uw kat, ten eerste wordt het eiwit niet goed verteerd door de
kat en ten tweede kunnen rauwe eieren bacteriën bevatten.
In varkensvlees (vooral rauw varkensvlees is heel gevaarlijk) kan het virus van Aujeszki zitten. Dit virus is
zeer gevaarlijk voor een kat, als de kat eenmaal besmet is, dan is het altijd dodelijk. Het duurt maximaal 3 dagen. De symptomen
zijn: schuimbekken, veel miauwen, karakterverandering, zenuwsymptomen enz. Er zijn geen medicijnen voor, dus voorkom deze
ziekte door je kat geen varkensvlees te geven!
Het geven van botjes van gevogelte, varkens- of schapenvlees zijn gevaarlijk voor de kat. Het splintert gemakkelijk
waardoor het voor darmverstopping kan zorgen. Omdat de kat de te kleine stukjes inslikt. Vaak moet er een operatie aan te
pas komen om zo’n botje te verwijderen. Een versplinterd botje kan zelfs door de darmwand heen prikken. Hierdoor kan
de darminhoud in de buikholte lekken en dat kan weer vliesontsteking tot gevolg hebben. Ook dit wordt een operatie en een
antibioticabehandeling is nodig.
Gras eten:
Katten zijn zindelijke dieren en wassen zichzelf diverse malen per dag. Omdat de kat kleine weerhaakjes op zijn
tong heeft die naar achteren buigen, kan de kat niet anders dan de losse haren uit de vacht inslikken. Een kat die vrij buiten
kan lopen, zal af en toe wat verse grassprietjes opeten, die als natuurlijk braakmiddel werken. Een teveel aan haar blijft
namelijk in de maag zitten en kan daar voor problemen gaan zorgen. Als uw kat niet vrij buiten kan lopen, kweek dan zelf regelmatig
wat gras, zodat hij toch de mogelijkheid krijgt om zijn haarballen kwijt te raken. Katten eten volgens wetenschappers overigens
niet alleen gras als braakmiddel, maar waarschijnlijk ook omdat dit foliumzuur bevat, dat de kat bij tijd en wijle nodig heeft.